Op 1 maart staat in het vroege voorjaar dit trafohuisje in het zonnetje te pronken. Alsof het aangeeft dat de winter toch echt voorbij is en de lente is begonnen. Geleen, de stad waarin de eerste Pinkpop festiviteiten plaats vonden, en waarvan ik net lees dat bijna alle kaarten voor de komende editie alweer bijna zijn uitverkocht. En met de huidige aantallen aan bezoekers ook niet echt meer geschikt om dat midden in het centrum te organiseren.
Geleen is ook de stad van de staatsmijn Maurits het kolen verleden, DSM, de chemiereus, en ook de stad waarin ik mijn werkzaamheden verricht. Het huisje staat op de hoek van de Wolfstraat en de roemruchte Rijksweg. Roemrucht om de vele kroegen destijds en de velen die er bij vechtpartijen en andere geweldsmisdrijven het leven lieten. Ook al is dat geruime tijd geleden, mensen vergeten niet snel.
Geleen is ook een stad met historie. De naam Geleen komt af van Oud Geleen, gelegen aan de geleenbeek, waar het samen met o.a. Lutterade, Krawinkel, Spaans Neerbeek en Daniken een verzameling nederzettingen langs de beek vormde. Dit waren de oudste boerendorpen van Nederland. De mensen die hier zo’n 5000 jaar voor onze jaartelling woonden waren de zg bandkeramiekers, genoemd naar de versieringen op hun aardewerk. Voormalige jagers die zich hier gesetteld hadden vanwege de uitstekende condities, water, wild en vruchtbare aarde (Löss).
